De Kapeltuin Breda

Gebiedshistorie

Geschiedenis van het kasteel, de kapel en de Kapeltuin Gageldonk

Gageldonk, het gebied waar de Kapeltuin toe behoort, werd al sinds de middeleeuwen bewoond. Rond 1400 was er al een kasteel Gageldonk en een kapel, maar daar is niets meer van over. Rond 1500 werd er een nieuw kasteel en een nieuwe kapel gebouwd, waar de huidige kapel en de toren van het Hooghuis nu nog van over zijn gebleven. Het kasteel werd tijdens de Tachtigjarige Oorlog vernield.Het kasteel werd niet meer herbouwd en de resterende toren werd de kern van een boerderij, de Kleine Hoeve van Gageldonk. De kapel werd eeuwenlang niet meer als gebedsruimte gebruikt, maar vooral als opslagruimte van de nabij wonende boeren. Begin twintigste eeuw dreigde de kapel zelfs te worden gesloopt, maar werd gelukkig gekocht door de monumentenvereniging Hendrick de Keyser, die later ook het terrein kocht van de huidige Kapeltuin.

In de vijftiger jaren werd de kapel gerestaureerd een daarna gewijd aan de heilige Dymphna. Sinds 1993 zorgen vrijwilligers ervoor dat de kapel dagelijks open is voor meditatie en gebed. De akker ten zuiden van de kapel was eeuwenlang in gebruik als weiland en lag vanaf de jaren zeventig braak totdat in 2012 enkele buurtbewoners het initiatief namen tot de inrichting van de Kapeltuin.

Kasteel Gageldonk

Gageldonk was in de middeleeuwen een leengoed met bezittingen verspreid over grote delen van Brabant. De verspreide ligging van de onderdelen van dit goed vindt zijn oorzaak in de ontginningsfase van West Brabant in de Middeleeuwen: ontgonnen gebiedjes tussen merendeels nog onontgonnen heide, veen en dergelijke. De goederen in Princenhage, waartoe ook de Haagse Beemden behoorden, vormden ongeveer de helft van het totale leen. De heer van Gageldonk was leenman van de hertog van Brabant. Het leen besloeg in totaal ongeveer 1200 hectaren en werd door ongeveer 1500 mensen bewoond.

De nu nog bestaande kapel en de toren van het Hooghuis zijn tussen 1504 en 1520 gebouwd. Voor die tijd moet er ook al een kasteel zijn geweest, maar op een andere plaats. Dit oudere “kasteel” waar tot op heden niets van terug gevonden is, bestond volgens een beschrijving uit 1465 uit een poortgebouw met ophaalbrug, dus ook een gracht, agrarische bebouwing en een brouwhuis. Misschien lag het oude kasteel bij de Grote Hoeve van Gageldonk (op de plaats van de huidige pastorie), ten Noorden of ten Oosten van de huidige kapel.

In 1312 kwam er een scheiding tussen het Roosendaals en Princenhaags Gageldonk. Rond 1374 kwam er in de Haagse Beemden een scheiding tussen Hambroek en Gageldonk. Daarnaast vormden Emer en Burgst aparte landgoederen. In de loop van de eeuwen waren er in de Haagse Beemden vele splitsingen en samenvoegingen van gronden door vererving of verkopen.

Ook voorafgaande aan de bouw van de kapel op Klein Hazenberg moet er al ergens een kapel zijn geweest in Gageldonk, vermoedelijk in het laatste kwart van de 14e eeuw gesticht. De heer van Gageldonk mocht de priester van de kapel van Gageldonk aanwijzen.

Het kasteel Gageldonk uit begin 16e eeuw lag ten Westen van het Hooghuis naast het huidige bakhuisje. De toren van het Hooghuis was het poortgebouw. Het eigenlijke kasteel was vierkant uit steen opgetrokken met zijdes van ongeveer 15 meter. Tegen de toegangspoort lagen ook agrarische gebouwen. De huidige kapel werd waarschijnlijk tegelijkertijd met dit kasteel gebouwd op de Kleine Hazenberg.

In 1544 werd Willem van Oranje de heer van Gageldonk. Maar toen Willem in 1567 naar Duitsland vluchtte en in opstand kwam tegen koning Philips II kwam de baronie van Breda en dus ook het kasteel Gageldonk in handen van de Spanjaarden. In 1573 werd het kasteel Gageldonk en de hoeve door de watergeuzen in de as gelegd. De kapel en het poortgebouw bleven gespaard. Het kasteel werd niet herbouwd.

De Kapeltuin

Het perceel grond ten zuiden van de kapel hoorde tot de Kleine Hoeve van Gageldonk. Boer Rops gebruikte voor de Tweede Wereldoorlog het weilandje waar nu de Kapeltuin ligt als weiland voor zijn pony’s. In 1939 verkocht de heer Rops het perceel voor 300 gulden aan de Hendrick de Keyser vereniging die ook de kapel al bezat.
Na de oorlog was de Kleine Hoeve van Gageldonk in handen gekomen van de familie Schalk die het terrein ten zuiden van de kapel ging gebruiken voor het houden van varkens. Op enkele plekken werden stalletjes gebouwd op een betonnen ondergrond, waarvan we de resten op diverse plaatsen van de tuin nu nog terugvinden.

Tot 1972 bleef de Kleine Hoeve landbouwbedrijf. In 1977 startte de grootschalige woningbouw in de Haagse Beemden nabij het Hooghuis. Het weilandje ten zuiden van de kapel bleef tientallen jaren een braakliggend veld, totdat Martha IJzerman en Freek van Ommeren in 2012 het initiatief namen om hier een buurttuin van te maken. Er werd een vereniging ‘De kapeltuin’ opgericht, die het terrein van de vereniging Hendrick de Keyser pacht en die het gebiedje heeft ingericht als buurttuin.